- Barajar
ActivarDesactivar
- Alphabetizar
ActivarDesactivar
- Frente Primero
ActivarDesactivar
- Ambos lados
ActivarDesactivar
- Leer
ActivarDesactivar
Leyendo...
Cómo estudiar sus tarjetas
Teclas de Derecha/Izquierda: Navegar entre tarjetas.tecla derechatecla izquierda
Teclas Arriba/Abajo: Colvea la carta entre frente y dorso.tecla abajotecla arriba
Tecla H: Muestra pista (3er lado).tecla h
Tecla N: Lea el texto en voz.tecla n
Boton play
Boton play
63 Cartas en este set
- Frente
- Atrás
Wat zijn de componenten in de leeromgeving (Clement)?
|
Student met bep. Kenmerken; Doelstellingen; leeractiviteiten; leeromgevig; evaluatie; context
|
Cognitieve kennisverwerkingsstrategieën
|
Het proces van nieuwe kennis opdoen relateren, structureren, memoriseren, analyseren, kritisch verwerken
|
Twee visies op wat onderwijzen is:
|
Transfer van informatie versus Faciliteren van het leren
|
Studentgecentreerd onderwijs
|
Wat is onderwijs waarbij de studenten meer controle hebben Gebruik van interactievormen en opdrachtvormen
|
Interactievormen
|
Werkvormen waarin wordt geleerd werken in overleg, teamwerk, gemeenschappelijke besluitsvorming
|
Opdrachtvormen
|
Werkvormen waarin zelfstandig omgegaan wordt met informatie.
|
Macro – meso – micro
|
Het beleid – lokaal beleid – klasniveau
|
Kennen > Begrijpen > Toepassen > Analyseren > Synthetiseren > Evalueren
|
Onderwijsdoelen geordend volgens Bloom
|
Reproduceren > Intellectuele vaardigheden beschikken > Cognitieve strategieën voor probleemoplossing > attitudes > motorische vaardigheden
|
Onderwijsdoelen volgens Gagné
|
Inerte kennis
|
Kennis die wel aanwezig is maar niet opgeroepen kan worden op het juiste moment (bv. voor probleemoplossing)
|
Lineaire ordening van leerinhouden
|
Ordening op basis van tijd,, ontwikkeling van het wetenschapsveld, begripsgebonden, leerpsychologisch inzicht
|
Spiraalvormige ordening van leerlinhouden
|
Leerinhouden steeds opnieuw behandelen maar op een steeds dieper niveau
|
Elaboratieve ordening van leerinhouden
|
Leerinhouden eerst globaal bespreken voor ze in detail uit te diepen (veel aandacht voor samenhang)
|
Taakanalyse
|
Onderzoeken op welke manier je best de leerinhouden ordent
|
Aanbiedende werkvorm
|
Werkvorm waar de docent centraal staat en informatie doorgeeft doceren, demonstreren, vertellen
|
Samenwerkingsvorm
|
Werkvorm waarbij studenten samenwerken Groepswerk, probleemgestuurd leren, rollenspel, cases
|
Individualiserende werkvorm
|
Werkvorm waarbij de studenten alleen werken Zelfstandig leren, practicum, zelfstudiepakket
|
Articulatie
|
Eigen denkstrategieën expliciteren
|
Kenmerken van geprogrammeerde instructie
|
–zeer systhematisch lesgeven\n – gebaseerd op operantie conditionering\n – uitwendig waarneembaar gedrag omschrijven\n – stimuli toedienen om gedrag te laten vertonen\n – zeer kleine stappen\n – onmiddellijk bekrachtigen \n – doelgedrag opsplitsen in deelcomponenten\n – zowel pos als neg gedrag bekrachtigen
|
onderwijsactiviteiten bij Cognitive apprenticeship
|
modelleren, scafolding, coaching\nArticulatie en reflectie\nExploratie\nGeneralisatie
|
scafolding
|
Net voldoende hulp aanbieden (voor de inhouden die nog niet bekend zijn, bv. bij elaborerend werken)
|
Probleemgestuurd onderwijzen
|
1) Probleem ontvangen en nagaan wat ze al weten\n2) Zelfstudie: informatie vergaren en rapporteren aan de groep\n3) Individuele resultaten samenbrengen en bijkomende hypothesen bespreken\n4) Gegevens samenbrenen en conclusie formuleren
|
Competentiegericht opleiden
|
Geheel van kennis, vaardigheden en attitudes is belangrijk: 4 componenten van instructional design\n1) leertaak: authentiek en concreet\n2) ondersteunende informatie\n3) Just–in–time informatie\n4) deeltaakoefeningen
|
Constructive alignment
|
het afstemmen van onderwijsmethoden en assessment op de leeractiviteiten geformuleerd in de doelen
|
Surface approach
|
De taak met zo weinig mogelijk moeite uitvoeren (staat dus niet gelijk aan memoriseren, want dat kan een goede aanpak zijn)
|
Deep approach
|
Cognitieve activiteiten om een taak bewust aan te pakken
|
3P–model van Biggs
|
Presage (Studentkenmerken en Onderwijscontext)\nProces (Leeractiviteiten)\nProduct (Leerresultaten)
|
Drie bronnen van "presage":
|
Student= blame the student\nDocent= blame the teacher\nWat de leerling doet= leeractiviteit
|
Cognitieve leeractiviteiten
|
Relateren, Structureren, Analyseren, Concretiseren, Toepassen, Memoriseren, Kritisch verwerken, Selecteren
|
Affectieve leeractiviteiten
|
Attribueren, Motiveren, Concentreren, zichzelf beoordelen, waarderen, inspannen, emoties opwekken, verwachten
|
Regulatieve leeractiviteiten
|
oriënteren, plannen, procesbewaken, toetsen, diagnosticeren, bijsturen, evalueren, reflecteren
|
4 leerstijlen (leerpatronen) volgens Vermunt
|
Ongericht – Reproductiegericht – Betekenisgericht – Toepassingsgericht
|
4 Cognitieve leerstrategieën
|
Nauwelijks – stapsgewijs (memoriseren) – diepte (relateren, kritisch verwerken) – Concreet (concretiseren, toepassen)
|
4 regulatiestrategieën
|
Stuurloos – extern gestuurd – zelfgestuurd – zelf en extern gestuurd
|
4 leerconcepties
|
Leren als worden gestuurd door anderen – leren als opnemen van kennis – leren als opbouwen van kennis – leren als gebruiken van kennis
|
4 leeroriëntaties
|
Ambivalent – Toetsgericht – Persoonlijk geïnteresseerd – beroepsgericht
|
6 kernprincipes van problem based learning
|
1) Studentgecentreerd onderwijs\n2) Leren in kleine groepje olv tutor\n3) Tutor is facilitator\n4) Authentieke problemen zijn startpunt\n5) Problemen zijn de trigger om voorkennis te activeren en kenniskloven te zoeken\n6) Kenniskloven worden via zelfgestuurd leren onderzocht
|
Cognitieve verwerking in 4 fases
|
1) Encoding: Opname van informatie\n2) Storage: Opslaan in het geheugen\n3) Retrieval: herinneren van informatie\n4) Decoding: Kennis weergeven
|
Fluid intelligence
|
snel en behendig intellectueel functioneren
|
Crystallized intelligence
|
volwassenheid: toename van kennis en ervaring
|
Soorten kennis
|
– semantisch geheugen: feiten en begrippen opslaan\n– episodisch geheugen (persoonlijke kennis en gebeurtenissen)\n– procedureel geheugen (weten hoe)\n– conditionele kennis (weten waar en wanneer)
|
Voorwaarden voor groepswerk
|
1) positieve afhankelijkheid van elkaar\n 2) persoonlijke aansprakelijkheid\n 3) bereidheid tot interactie\n 4) aanwezigheid van sociale vaardigheden\n 5) mogelijkheid om op het niveau van de groep te functioneren
|
Low road transfer
|
Automatische triggering van vaardigheid, gedrag (bv. sociale of culturele conventies). Je voert ze uit zonder na te denken. Ontstaat door oefening in gevarieerde situaties en automatisatie
|
High road transfer
|
betekenisvol decontextualiseren van een principe, idee, proces. Kan forward reaching zijn (nadenken over hoe je dit in ander contexten kan gebruiken), maar ook backward reaching: ken ik al iets uit het verleden?
|
Formatieve evaluatie
|
Assessment FOR learning: toetsen om het leerproces te diagnosticeren en bij te sturen
|
Summatieve evaluatie
|
Assessment OF learning: eindresultaat toetsen voor diploma, orieëntering in niveaugroepen
|
Wie evalueert
|
De leerling zelf (self assessment)\nAndere leerlingen (peer assessment)\nDe leerling en de docent (co assessment)\nDe leerkracht (classroom assessment)\nMeso/macro niveau (Large scale test
|
Verschillende vormen van assessment (7)
|
Examen/toets, observaties, vaardigheidstaken (performance assessment), portfolio, over all toets, assessment/development center, criteriumgericht interview
|
3 verschillende beoordelingscriteria
|
Comparative toetsing, criteriugerichte toetsing, zelfgerichte toetsing
|
Wat maakt een toets valide
|
Relevantie (begripsvaliditeit) – Evenwichtigheid (inhoudsvaliditeit)
|
Begripsvaliditeit
|
relevantie: de afzonderlijke vragen meten de meest relevante inhouden (en enkel de inhoud die bij de doelen past bv. geen spellingsfouten meerekenen in geschiedenistest)
|
Inhoudsvaliditeit
|
Evenwichtigheid: het geheel evalueert alle doelen en begripsniveaus op een evenwichtige manier
|
Concequentiele validiteit
|
De gevolgen van het assessment zijn de bedoelde gevolgen van het assessment
|
Pre–assessment effect
|
De perceptie van de evaluatievorm beïnvloed de leeractiviteiten van de lerenden
|
Post–assessment effect
|
De manier waarop het evalueren het leerproces van de studenten wijzigt
|
True–assessment effect
|
Mogelijke leermomoenten door de evaluatie zelf
|
Stappen om te bepalen wat je evalueert
|
1) leerstofonderdelen bepalen\n2) belang van elk onderdeel bepalen\n3) beheersingsniveaus bepalen (weten–begrip–toepassing–relectie)\n4) relatief belang van elk beheersingsniveau vastleggen\n5) afleiden uit tabel of leerstof en beheersingsniveau goed verdeeld is (inhoudsvaliditeit)
|
Elementen die de betrouwbaarheid van je evaluatie beïnvloeden
|
1) Afnamesituatie (bv. werken in het gebouw)\n2) Het instrument\n3) Beoordeling (scoringsregels > duidelijk, de beoordelaar moet geconcentreerd blijven)\n4) De lerende zelf (ziekte)
|
Stramien van Sadler
|
1) student heeft een idee van de verwachte doelen\n2) er is een vergelijking tussen behaalde niveau en verwachte niveau\n3) er worden suggesties gegeven voor het verwachte niveau te behalen
|
Niveaus waarop feeback kan gegeven worden
|
1) juistheid\n2) Proces\n3) Zelfregulatieniveau\n4) persoonlijk
|
Stramien voor mondelinge feedback
|
1)
|
10 condities waarbij evalueren het leren ondersteunt: (Gibs and Simpson)
|
1) voldoende taken voorzien om het hele proces te overzien\n2) evaluatie moet studenten tijd doen spenderen aan de belangrijkste elementen van de cursus\n3) evaluatie moet diepe leerstrategieën stimuleren\n4) Voldoende feedback voorzien met voldoende detail\n5) evaluatie gaat over de prestatie, niet over de student\n6) Feedback wordt tijdig gegeven\n7) feedback is aangepast aan de taak en stelt in staat problemen op te lossen\n8) feedback is aangepast aan de perceptie van de studenten op de taak, perceptie op leren, op kennis en hun vakgebied\n9) de feedback wordt effectief gelezen\n10) de studenten doen iets met de feedback
|
Kenmerken van assessment (Segers)
|
– Authentiek\n– bevraagt hogere beheersingsniveaus (niet enkel kennis)\n– Integratie gedurende het hele leerproces\n– verantwoordelijkeid van de student
|